Big Five Persoonlijkheid Test | Thomas.co

Veel moderne en traditionele studies in de psychologie hebben het over de vijf basisdimensies van persoonlijkheid. Het bewijs voor deze theorie is in de loop der jaren gegroeid, waarbij de voornaamste theorie in 1949 werd ontwikkeld. De vijf brede persoonlijkheidskenmerken die door de theorie worden beschreven zijn extraversie, vriendelijkheid, openheid, consciëntieusheid, en neuroticisme.

Het Big Five model voor persoonlijkheid is een theorie die in 1949 werd ontwikkeld door D.W. Fiske (1949) en later verder werd uitgewerkt door andere onderzoekers, waaronder Norman (1967), Smith (1967), Goldberg (1981), en McCrae & Costa (1987).

Onderzoekers probeerden al jaren eerder karaktereigenschappen vast te stellen om het gedrag van mensen te analyseren. Gordon Allport vond op een bepaald moment meer dan 4000 eigenschappen. Zelfs toen dit werd teruggebracht tot zestien werd dit nog als te ingewikkeld beschouwd. Dit was het begin van het Big Five-model, oftewel de vijf voornaamste persoonlijkheidseigenschappen.

Deze brede categorieën zijn in de loop der jaren onderzocht en verder uitgewerkt en hoewel er op elk gebied uitgebreid onderzoek is verricht, zijn onderzoekers het nog altijd niet eens over de definitie van elke afzonderlijke eigenschap.

Wat zijn de Big Five persoonlijkheidstrekken?

Openheid

Openheid is een karaktertrek waaronder ook eigenschappen als verbeelding en inzicht vallen. Dit persoonlijkheidskenmerk kenmerkt zich vooral door een grote belangstelling voor de wereld, voor andere mensen en door de drang om nieuwe dingen te leren en te ervaren. Het leidt tot een groot aantal interesses en een meer avontuurlijke houding bij het nemen van beslissingen.

Creativiteit speelt ook een grote rol bij de eigenschap openheid; dit leidt tot een grotere comfortzone als het gaat om abstract en lateraal denken.

Stel jezelf die persoon voor die altijd de meest exotische dingen op het menu bestelt, veel reist en interesses heeft waar jij nooit aan gedacht zou hebben... dat is iemand waarbij de eigenschap openheid een belangrijke rol speelt.

Mensen met een lage score voor deze eigenschap hebben de neiging het leven op een meer traditionele manier te benaderen en kunnen moeite hebben met het oplossen van problemen buiten de comfortzone van hun eigen kennis.

Consciëntieusheid (zorgvuldigheid)

Consciëntieusheid vallen eigenschappen als een hoge mate van bedachtzaamheid, goede impulscontrole en doelgericht gedrag. Deze georganiseerde en gestructureerde aanpak zie je vaak bij mensen die in de wetenschap werken en zelfs in de financiële wereld, waar vaardigheden als detailgerichtheid en organisatie erg belangrijk zijn.

Een persoon met een hoge mate van consciëntieusheid plant regelmatig vooruit en analyseert zijn/haar eigen gedrag om te zien hoe het anderen beïnvloedt. Projectmanagementteams en HR-afdelingen hebben vaak zeer consciëntieuze mensen in dienst om deze teams te helpen een evenwicht te vinden tussen de structurele rollen binnen de algemene teamontwikkeling.

Een goed voorbeeld van een consciëntieus persoon is bijvoorbeeld een bekende die altijd vooruit plant naar de volgende keer dat jullie elkaar gaan zien - en die in de tussentijd regelmatig contact houdt om te kijken hoe het met je gaat. Ze organiseren graag sociale gelegenheden op bepaalde datums en zijn gericht op wanneer jullie elkaar weer zien.

Mensen met een lage consciëntieusheid hebben een hekel aan structuur en schema's, stellen belangrijke taken uit en maken taken ook niet af.

Extraversie

Extraversie is een eigenschap die velen wel kennen uit huneigen leven. Het komt veel voor en is gemakkelijk te herkennen als 'iemand die energie krijgt van sociale situaties.'

Dit, naast andere eigenschappen zoals spraakzaamheid, assertiviteit en een hoge mate van emotionele expressiviteit, zorgen ervoor dat extraverte mensen tijdens sociale interacties luid van zich laten horen en dus vrij eenvoudig herkend kunnen worden.

We hebben allemaal wel een vriend of familielid - of meerdere - die niet bepaald stilletjes in een hoekje gaan zitten. Zij vinden het heerlijk om in het middelpunt van de belangstelling te staan, ontmoeten graag nieuwe mensen en hebben vaak een enorm brede vrienden- en kennissenkring.

Het tegenovergestelde is een ander bekend personage: de introvert. Zij zijn liever alleen en krijgen minder energie van sociale situaties. Het kost hen juist veel energie om in het middelpunt van de belangstelling te staan of om over koetjes en kalfjes te praten.

Extraverte mensen hebben vaak functies die op het grote publiek zijn gericht, zoals verkoop, marketing, onderwijs en politiek. Omdat ze als leiders worden gezien, zullen extraverte mensen eerder de leiding nemen dan dat ze in de massa opgaan en overkomen alsof ze niets doen.

Vriendelijkheid

Mensen die een hoge mate van vriendelijkheid vertonen, hebben vaak meer vertrouwen, zijn altruïstisch, gemakkelijk in de omgang en tonen genegenheid. Zeer vriendelijke mensen vertonen vaak zeer sociaal gedrag, wat wil zeggen dat ze meer geneigd zijn omandere mensen te helpen.

Samen delen, elkaar troosten en samenwerken, zijn eigenschappen die passen bij zeer vriendelijke persoonlijkheidstypen. Empathie voor anderen wordt algemeen beschouwd als een andere vorm van vriendelijkheid, ook al is het niet helemaal hetzelfde.

Het tegenovergestelde van vriendelijkheid is antagonisme, wat zich uit in gedragskenmerken die sociaal onaangenaam zijn. Veelvoorkomende eigenschappen en gedragingen zijn: andere mensen manipuleren en slecht behandelen, een gebrek aan zorgzaamheid of sympathie en een gebrek aan belangstelling voor anderen en hun problemen.

Vriendelijke mensen hebben vaak een baan waarmee ze anderen kunnen helpen. Medewerkers van liefdadigheidsinstellingen, de geneeskunde, de geestelijke gezondheidszorg en zelfs mensen die vrijwilligerswerk doen in gaarkeukens en tijd besteden aan de quartaire sector (bijvoorbeeld sociale studies) scoren hoog op de lijst van vriendelijk gedrag.

Neuroticisme

Neuroticisme wordt gekenmerkt door verdriet, humeurigheid en emotionele instabiliteit. Neuroticisme wordt vaak verward met asociaal gedrag, of erger nog met een groter psychologisch probleem, en is een lichamelijke en emotionele reactie op stress en waargenomen bedreigingen in iemands dagelijks leven.

Personen met een hoge mate van neuroticisme hebben vaak last van stemmingswisselingen, angst en prikkelbaarheid. Sommige mensen die plotselinge veranderingen in hun dagelijkse karakter ervaren, kunnen zeer neurotisch zijn en reageren op de hoge stressniveaus in hun werk en persoonlijke leven.

Angst, wat een grote rol speelt in de vorming van neuroticisme, gaat over het vermogen van een individu om met stress en waargenomen of werkelijk risico om te gaan. Mensen die lijden aan neuroticisme denken vaak te veel over situaties na en vinden het zelfs moeilijk om zich in hun persoonlijke omgeving te ontspannen.

Natuurlijk zullen degenen die lager scoren op het neurotische vlak een stabielere en emotioneel veerkrachtigere houding vertonen tegenover stress en situaties. Mensen met weinig neurotische neigingen voelen zich ook zelden verdrietig of depressief, en nemen de tijd om zich op het hier en nu te concentreren en zich niet bezig te houden met een mentaal rekensommetje over mogelijke stress-veroorzakende factoren.

Wie heeft het Big Five model ontwikkeld?

Het big five persoonlijkheidsmodel l van de vijf fundamentele persoonlijkheidstrekken is een theorie die oorspronkelijk in 1949 is ontwikkeld door D.W. Fiske en later verder werd uitgewerkt door andere onderzoekers, waaronder Norman (1967), Smith (1967), Goldberg (1981), en McCrae & Costa (1987).

Er wordt gesuggereerd dat sociale psychologen al aan het eind van de 19e eeuw probeerden een wetenschappelijker inzicht in de menselijke persoonlijkheid te krijgen, maar de menselijke persoonlijkheid kreeg pas een bepaalde mate van wetenschappelijke erkenning toen de eerste officiële studie in de jaren 1930 door Gordon Allport en Henry Odbert werd gepubliceerd. Zij gebruikten 18.000 woorden uit Webster's Dictionary om persoonlijkheidskenmerken te beschrijven en vonden bijvoeglijke naamwoorden die niet-fysieke kenmerken beschreven, waardoor een kortere woordenlijst met 4500 woorden van waarneembare gedragskenmerken ontstond.

Latere studies slaagden erin vele overlappingen en specifieke kenmerken per persoon vast te stellen, waardoor een meer beknopt en uitvoerig overzicht van persoonlijkheidskenmerken mogelijk werd. De big 5 wordt vandaag de dag nog steeds veel gebruikt als basis voor wereldwijde studie.

Welke factoren zijn van invloed op de Big Five?

De Big Five zijn veel bestudeerd, van onderzoek naar nature-nurture-vraagstukken (aanleg en opvoeding) tot studies naar leeftijd en volwassen worden, waarbij we steeds beter zijn gaan begrijpen wat hun impact op het gedrag en het karakter van een persoon is.

Persoonlijkheid wordt vaak benaderd vanuit het idee van de tegenstelling tussen aanleg en opvoeding. In één bepaalde studie werden 123 paren van eeneiige tweelingen en 127 paren van twee-eiige tweelingen onderzocht. "De bevindingen suggereren dat de erfelijkheid van elk van die trekken 53 procent was voor extraversie, 41 procent voor vriendelijkheid, 44 procent voor consciëntieusheid, 41 procent voor neuroticisme, en 61 procent voor openheid", aldus dit onderzoek.

Ook wordt algemeen erkend dat hoe ouder we worden, hoe meer onze gedragskenmerken zullen veranderen. We worden minder extravert, minder neurotisch en staan minder open voor nieuwe ervaringen, terwijl onze vriendelijkheid en consciëntieusheid juist toenemen naarmate we ouder worden.

Zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen qua persoonlijkheidskenmerken?

De algemene consensus is dat mannen en vrouwen eigenlijk meer op elkaar lijken dan de normatieve sociale wetenschap ons wil doen geloven. Maar zoals de titel doet vermoeden, zijn er enkele uitzonderingen.

Weinsberg en DeYoung bestudeerden in 2011 de vijf belangrijkste eigenschappen en in het bijzonder de genderverschillen in persoonlijkheid tussen de tien aspecten van de Big Five. Ze kwamen tot de conclusie dat vrouwen over het algemeen hoger scoren op extraversie, vriendelijkheid en neuroticisme dan mannen.

Andere onderzoeken hebben geconcludeerd dat er weliswaar verschillen zijn, maar dat sommige kenmerken niet ver uit elkaar liggen. Ouder worden zorgt ervoor dat gedragskenmerken zoals vriendelijkheid en extraversie, waar beide geslachten lager op scoren naarmate ze ouder worden, meer op elkaar worden afgestemd.

Big Five persoonlijkheidstesten

Persoonlijkheidskenmerken kunnen door verschillende instrumenten en technieken met succes worden gemeten. In het algemeen proberen deze persoonlijkheidstesten te ontdekken in hoeverre je gedrag van hoog tot laag varieert in de vijf eigenschappen: openheid, consciëntieusheid, extraversie, vriendelijkheid en neuroticisme.

Hoe worden de eigenschappen gemeten?

De Big Five persoonlijkheidstest wordt traditioneel afgenomen door middel van een lijst met meerkeuzevragen.

Dit zijn bijvoorbeeld vragen over in welke mate iemand het eens is met bepaalde uitspraken over hem/haar, zoals:

  • 'Staat open voor nieuwe ervaringen' (openheid en ruimdenkendheid)
  • 'Denkt altijd aan anderen' (consciëntieusheid)
  • 'Is op feestjes het middelpunt van de belangstelling' (extraversie)
  • 'Vertrouwt andere mensen' (vriendelijkheid)
  • 'Is continu bezorgd over de toekomst' (neuroticisme of negatieve emotionaliteit)

De antwoorden, Helemaal mee eens tot Helemaal mee oneens (met tussenliggende alternatieven), bepalen op welke schaal de persoon in verschillende persoonlijkheidstrekken kan worden ingedeeld.

Hoe betrouwbaar zijn deze Big Five persoonlijkheidtesten?

Assessments gebaseerd op de Big Five zijn zeer betrouwbaar, op voorwaarde dat voldoende onderzoek is verricht en de resultaten ervan gestaafd zijn.

Het is, tot op heden, het meest wetenschappelijk onderbouwde en betrouwbare psychologische model voor het meten van de persoonlijkheid. Het wordt gebruikt om gedrag en persoonlijkheid te voorspellen.

Het is en blijft een betrouwbaar model dat bedrijven en wetenschappelijke studies gedurende lange tijd consequent hebben toegepast bij het ontwikkelen van nieuwe modellen, op basis waarvan iemands gedrag op het werk, de reactie op stresssituaties en zelfs het begrijpen van bepaalde aspecten van reeds uitgevoerde sociale studies voorspeld kunnen worden.

Hoe kunnen de Big Five persoonlijkheidstrekken gedrag op het werk voorspellen?

Bij het aannemen van werknemers (of het testen van huidige werknemers) helpen de Big Five ons om het gedrag op de werkplek te begrijpen en in veel gevallen de toekomstige prestaties nauwkeurig te voorspellen. Elk persoonlijkheidstype heeft een bepaalde invloed op de werkomgeving en andere medewerkers. Door de mogelijke positieve of negatieve effecten van een bepaalde karaktertrek na te gaan, kunnen beslissingen over het in dienst nemen of houden van personeel worden beïnvloed.

Een kandidaat met een hoge score voor openheid is bereid om nieuwe vaardigheden te leren en met nieuwe hulpmiddelen om te gaan. Wanneer ze met abstractere problemen worden geconfronteerd, denken ze eerder aan abstracte oplossingen en kunnen ze zich concentreren op het aanpakken van nieuwe problemen die eerder misschien over het hoofd werden gezien.

Kandidaten met een hoge score op consciëntieusheid zitten niet noodzakelijk elke avond tot middernacht achter hun bureau! Ze willen hun werk echter wel graag afkrijgen, deadlines halen en een zelfstarter zijn; ze hebben weinig begeleiding nodig om hun werk af te krijgen. Iemand die op dit punt laag scoort, zou daarentegen veel meer focus, tijd en aandacht nodig hebben voor de uit te voeren werkzaamheden.

Welke extraversiescore goed is, hangt volledig af van de soort functie die gevuld moet worden. Veel mensen beschouwen extraverte personen als teamleiders en een hoge extraversiescore doet het goed in omgevingen waar ze hun energie kunnen halen uit het omgaan met andere mensen: verkoop, marketing en PR vereisen allemaal goede sociale vaardigheden. Meer technische banen waarbij een specifieke focus of een zekere mate van isolatie vereist is,zouden echter niet geschikt zijn.

Een kandidaat die blijk geeft van een hoge mate van vriendelijkheid zou juist heel geschikt zijn voor een functie waarin persoonlijke vaardigheden en een vermogen om anderen van dienst te zijn, vereist zijn. Het tegenovergestelde zou natuurlijk slecht zijn in een sterke teamomgeving en zorgen voor aanzienlijke problemen bij het werken aan een gemeenschappelijk doel.

Een kandidaat met een hoge graad van neuroticisme zal ten slotte niet geschikt zijn voor een functie metconstante veranderingen, taken die een sterke neiging tot zelfstarter vereisen of een baan met hoge stressniveaus. Mensen met een lage neuroticismescore zullen echter goed gedijen in dergelijke werkomgevingen.

Deze eigenschappen helpen ons te begrijpen hoe mensen zich in de toekomst kunnen gaan gedragen, zowel op de werkplek als onder bepaalde omstandigheden. Voor bedrijven zijn ze enorm nuttig omdat ze toekomstig talent, afvallers en zelfs potentieel voor succes kunnen identificeren.

Hoe kan Thomas je helpen de juiste persoon voor je functie te vinden?

De Thomas persoonlijkheidstest voor op de werkplek omvat Big Five persoonlijkheidstesten. Hij staat ook bekend als de High Potential Trait Indicator (of HPTI) en biedt waardevol inzicht iniemands sterke punten en potentiële redenen voor excessief gedrag, inclusief hun leiderschapspotentieel.

De HPTI, die in 2006 werd ontwikkeld door Ian MacRae en Adrian Furnham, is gebaseerd op een model van 'optimaliteit', dat ervan uitgaat dat persoonlijkheidskenmerken als 'optimaal' kunnen worden beschouwd, al naar gelang de vereisten van een bepaalde functie of positie, zoals hogere leidinggevende functies.

De antwoorden zijn gebaseerd opeen zelfrapportagevragenlijst en hebben zeven niveaus van overeenstemming op een likertschaal van 1-7 (1 'helemaal mee oneens' tot 7 'helemaal mee eens') met 78 unieke items. Het invullen van de test neemt niet meer dan acht minuten in beslag.

Als je meer wilt weten over hoe onze persoonlijkheidsassessment voor de werkplek jou en jouw bedrijf kan helpen, neem dan contact op met een van onze medewerkers.